De Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV) ontleent diens bestaansrecht aan de maatschappelijke context en het tijdsgewricht waarbinnen het moet functioneren. Deze constatering is onverkort van toepassing op het ontstaan van de voorloper van de KNPV, de Nederlandsche Politiehond-vereniging (NPV) in 1907. Wel is de maatschappelijke context en het tijdsgewricht aan veranderingen onderhevig geweest op onder andere het gebied van wetenschappelijke inzichten ten aanzien van hondendressuur, ethiek, wetgeving en niet in de laatste plaats de toegenomen maatschappelijke complexiteit, waarbinnen het verenigingsleven een andere rol speelt voor individuen in vergelijking tot vijftig tot honderd jaar geleden.
In de huidige maatschappelijke context en het huidige tijdsgewricht dient het verantwoord trainen in het kader van het dierenwelzijn door de KNPV tot uitgangspunt genomen te worden. Dit houdt in dat bij het trainen van een dier, aan wie door de samenleving en door wetgeving een intrinsieke waarde wordt toegekend, zowel oog moet zijn voor diervriendelijkheid als het besef dat wellicht soms een correctie noodzakelijk kan zijn om de veiligheid en het welzijn van de hond en zijn omgeving op de langere termijn te kunnen waarborgen. In dit kader zijn dierenmishandeling en bij wet verboden (hulp-)middelen ontoelaatbaar.
Vanuit voornoemde overweging zijn de doelstellingen van de KNPV als volgt te omschrijven: